Spraak

Wanneer uw kind onduidelijk spreekt of niet altijd goed verstaan wordt, is het mogelijk dat er sprake is van een articulatie-/spraakstoornis.

Voorbeelden hiervan:

Weglaten van klanken

• fiets – ies

of

• school – sool

 

Vervangen van klanken

• koe – toe

of

• roos – loos

 

Ook kan er sprake zijn van stotteren of broddelen of afwijkende mondgewoonten (zoals duimzuigen) die van invloed kunnen zijn op de uitspraak.